Varicanum II – vervolg

//Varicanum II – vervolg

Varicanum II – vervolg

Van het Pastoraal Concilie terug naar af.

Op 8 december 1965 sloot Paus Paulus VI  de laatste zitting van het Tweede Vaticaans Concilie. Het had de Kerk een ingrijpende  gedaanteverandering doen ondergaan. Aan de tweedeling van de  kerk; de hiërarchie – in het algemeen gezegd, de clerus, het gewijde deel  van de kerk – en de rest: het gelovige volk, was een einde gemaakt. De kerk was nu de pelgrimerende kerk van het ene volk Gods, ( Gods volk onderweg) waarin de hiërarchie nu een functioneel  dienaarschap  vervult. De liturgie was ingrijpend gewijzigd door de invoering van de volkstaal,  De oecumene, de zoektocht naar religieuze eenheid werd centraal gesteld en het katholieke exclusivisme maakte plaats  voor  de vrijheid van godsdienst als grondrecht van menselijke waardigheid en voor de erkenning dat ook andere christelijke kerken deel hebben aan de waarheid van de kerk van Christus.  De gedaanteverandering was hoofdzakelijk  nog theorie, waar de uitwerking in de praktijk nog moest komen.

De verwachtingen die wij van het concilie koesterden, werden sterk ondersteund door het pastoraal concilie dat eind 60-er jaren van de vorige eeuw op initiatief van de Nederlandse bisschoppen in Noordwijkerhout  werd gehouden. Dit Nederlandse Pastoraal Concilie was  een breed beraad van de Nederlandse bisschoppen met de religieuzen en lekenvertegenwoordigers. Het zou een richtlijn moeten geven voor de manier waarop de inzichten van het concilie in Nederland  moesten worden toegepast. In dit beraad en in de aanbevelingen van het pastoraal concilie kwam de mentaliteit die er rond 1968 in Nederland heerste tot uitdrukking: een geest van optimisme, geloof in de vooruitgang en van streven naar democratie. Ten grondslag daaraan lag het inzicht dat de gelovige levenservaring, juist die van de basis,  een leidraad moet zijn voor de kerkelijke leer.  Het relativeert de absoluutheid van het kerkelijke leergezag  en geeft ruimte aan pluriformiteit. Precies zoals het aggiornamento van Johannes XXIII het bedoelde.

Op het Nederlands Pastoraal Concilie zijn veel thema’s behandeld, zoals kerkelijke gezagsuitoefening, de ethische levenshouding van de christen, huwelijk en gezin, ruimte voor de jeugd, secularisatie, de hedendaagse geloofsbeleving, het functioneren van het kerkelijk ambt. Het pastoraal concilie kwam tot de aanbeveling om op termijn ook vrouwen tot alle wijdingen toe te laten en het aanvaardde met nagenoeg algemene stemmen (alleen de bisschoppen onthielden zich van stemmen) de aanbeveling  om aan toekomstige priesters niet meer het celibaat als voorwaarde voor de ambtsbediening te stellen. Bij de sluiting van het Pastoraal Concilie zei de aartsbisschop van Utrecht, Kardinaal Alfrink: “Wij hebben samen dat nieuwe kerkbeeld trachten te beleven zoals dat in de dogmatische constitutie Lumen Gentium over de Kerk oprijst. Niet meer het beeld van de hiërarchisch opgetrokken en statische kerk, maar het dynamische beeld van het Volk van God in zijn geheel, waarbinnen de hiërarchie een legitieme plaats en een eigen authentieke opdracht heeft.”  Veertig jaar geleden was dit voor ons een geweldige opsteker.

In zijn aanbevelingen ging het Nederlandse Pastoraal Concilie verder dan het Vaticaaans concilie.. Vaticanum II  werd als het ware overspoeld  door een voortgaande maatschappelijke emancipatie. Ik denk hier vooral aan de seksuele moraal, het verplichte priestercelibaat , de gelijkwaardigheid  van man en vrouw  en een toenemende democratisering.  De kerk kan nog altijd niet met de seksualiteit omgaan . Haar mannelijk voorbehoud van het priesterschap wordt vrijwel algemeen als  vrouwbeledigend ervaren. En het nieuwe kerkelijk wetboek van 1983  is ongewijzigd autoritair  in zijn in alle geledingen van de kerk doorgevoerde eenhoofdige bestuursstructuur.

 

Als we de vijftig jaren die sedert het begin van het concilie zijn verstreken, overzien, moeten we vaststellen dat het concilie de kerk niet geholpen heeft. Na een eerste golf van verwachtingen en enthousiasme over de aangekondigde  vernieuwingen, werden deze enkele jaren later weer gesmoord en kalfde, althans in het Westen, de kerk in een verontrustend tempo af. Pausen voerden  een naar voorconciliaire tijden terugvoerend beleid en benoemden  bisschoppen die zich als gehoorzame satrapen gedroegen in plaats van autonome kerkleiders van hun plaatselijke kerk. Priesters verlieten het ambt. Gelovigen keerden zich van de kerk af. Van de 4 miljoen katholieken bezoekt nog slechts een krappe 7% op zondag  de kerk. In plaats van dat het aggiornamento ,dat paus Johannes XXIII beoogde, kerk en wereld dichter bij elkaar bracht,  raakten kerk en wereld steeds verder van elkaar vervreemd. De onlangs overleden kardinaal Martini zei in een laatste interview voor zijn overlijden dat de kerk tweehonderd jaar achter liep en niet meer openstond voor de moderne samenleving.  Waarmee hij eigenlijk het echec van het Tweede Vaticaans Concilie aangaf. Dat zou toch juist de vensters naar de moderne samenleving openzetten.  Martini  zei dat de kerk een weg van radicale veranderingen zou moeten bewandelen, te beginnen met de paus en de bisschoppen en  bepleitte dat de kerk de wijding van gehuwde mannen en vrouwen in overweging zou nemen.

Toch vierden we enkele zondagen geleden  in onze Bennekomse  lokale geloofsgemeenschap onze jaarlijkse parochiedag.  ‘Parochiedag’ is een benaming die nog stamt uit de tijd van vóór de fusie van de parochies in onze regio. Geleid door onze lokale voorgang(st)ers, verzamelden ca. 300 mensen, jong en oud , zich in een  viering met als thema “Wat bezielt je?”, opgeluisterd door een gezamenlijk optreden van de vier zangkoren van de gemeenschap, het gemengde koor, het koor Arsis, het kinderkoor en het dameskoor.  Tot ver voorbij het middaguur genoten de aanwezigen  van de door veel vrijwilligers onder leiding van de tuingroep georganiseerde activiteiten en van de door vrijwilligers bereide  spijzen en dranken. Wij voelden ons verbonden in  een bezielde  gemeenschap.  Hier ligt een vruchtbaar veld voor een ooit  weer opgebloeide kerk, onder leiding van nieuwe priesters man of vrouw, gehuwd of ongehuwd, die in staat zijn het geloof te verkondigen dat naar inhoud en uitdrukkingsvormen  verstaanbaar is in een moderne wereld.)

De keuze voor de gehuwde priester dwingt ons als kerk om het wezen van het priesterschap, zoals we dat sinds eeuwen kennen, te herzien. Daarover een volgende keer.

Tot slot zou ik u willen aanbevelen  te lezen in “Volzin, tijdschrift voor zinvol leven ” het commentaar van Jan van HooydonkGod is niet in crisis, de kerk is dat”. http://volzin.nu/index.php/component/content/article/44-redactie/72-commentaar-jan-van-hooydonk
en het artikel van Rik Torfs: “50 jaar na Vaticanum II. Het concilie van de fundamentele twijfel”. http://issuu.com/volzin/docs/vaticaans_concilie
Rik Torfs is hoogleraar kerkelijk recht aan de Katholieke Universiteit Leuven en lid van de Belgische Senaat voor de CD&V.

By | 2017-04-22T13:39:47+00:00 oktober 13th, 2010|nieuwsblad|0 Comments

Leave A Comment