De ecclesia juridiciali – vervolg

//De ecclesia juridiciali – vervolg

De ecclesia juridiciali – vervolg

In een vorig artikel – parochieblad jan/feb 2009 – betoogde ik dat, hoewel het Tweede Vaticaans Concilie een minder strikt hiërarchisch, maar meer organisch en op het geheel van de ge­meenschap gericht kerkmodel voor ogen stond, in feite alle openingen naar een meer ‘demo­cratische’ opzet van de kerkstructuur zijn terug­gedraaid. We staan dan ook machteloos in ons verzet tegen de ons opgelegde fusie van paro­chies, als we te maken krijgen met een bisschop die niet bereid is de minste vorm van democra­tie, luisteren en raadplegen, in acht te nemen, en een fusie, die niets oplevert aan het bisdom, noch aan de lokale geloofsgemeenschappen zelf, toch doorzet. De fusie berooft de gelovigen zelfs van hun gemeenschap waarin zij zich thuis en vertrouwd kunnen voelen. Zelfs het kleine beetje democratische regeling die we in het kerkelijk recht hebben – de inspraak van parochianen via het collegiale bestuur van een parochie en van de parochieraden, wordt door de fusie in feite onuitvoerbaar gemaakt. Reden waarom ik de opgelegde fusie in strijd achtte met de letter en de geest van de wet.

Wilden wij desondanks erop vertrouwen de toe­komst toch hoopvol tegemoet te kunnen blijven zien, de gebeurtenissen in de afgelopen weken rondom de opheffing van de excommunicatie van vier bisschoppen van de schismatieke Pries­terbroederschap Pius X heeft dit vertrouwen tot het nulpunt doen dalen. De excommunicatie is opgeheven na lange onderhandelingen met paus Benedictus XVI, waarbij de Priesterbroeder­schap Pius X weer de goedkeuring van de Tridentijnse mis 1) opeiste en verkreeg. Maar de paus stelde aan de opheffing van de excommu­nicatie niet de eis dat de Priesterbroederschap Pius X de verworvenheden van het Tweede Vaticaans Concilie onvoorwaardelijk zou erken­nen, noch dat zij haar anti-judaïsme zou afzwe­ren. (Zie de ‘Petitie voor een onvoorwaardelijke erkenning van de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie’ op de website van de parochie.) Dat zou trouwens van de kant van de priesterbroederschap een verzoening onmogelijk hebben gemaakt. (vgl Monic Slingerland / Peter Nissen in ‘Trouw’ 4 feb. 2009). Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat ik overtuigd ben van de oprechtheid van de reeds door paus JP II ingezette acties tot toenadering tot het Jodendom. Het moet echter wel gezegd dat druk van buitenaf nodig was om het Vaticaan te laten inzien dat het een ernstige fout was de abjecte opvattingen van Williamson niet met naam en toenaam te verwerpen en hem een re-communi­catie niet te weigeren.

Toen ik mijn vorige artikel afsloot met het voornemen een vervolg te schrijven, kon ik de gebeurtenissen van de afgelopen weken uiter­aard niet voorzien. Zij versterken intussen wel mijn overtuiging, die ik deel met vele anderen, dat er in het Vaticaan al lang een traditionalis­tisch reactionair beleid gevoerd wordt van terugkeer naar een Kerk van vóór Vaticanum II. Ook de opstellers van de hiervoor bedoelde petitie – zie ook www.petition-vaticanum2.org – zien in de samenhang van de opheffing van de excommunicatie en de 50e verjaardag van de aankondiging door paus Johannes XXIII van een concilie, dat de Kerk weer ‘bij de tijd’ zou moeten brengen, een duidelijke aanwijzing voor de richting die het huidige pausdom inslaat. In de vrees van het Vaticaan voor de moderniteit en een meer democratische instelling zien de petitionisten een wens om terug te keren naar een kerk van vóór het concilie. Tot die moderni­teit behoren geloofsvrijheid, oecumene, – toena­dering tot andere kerken –, liturgie in de volks­taal en toenadering tot het Jodendom. Een meer democratische instelling ziet de Kerk niet als een hiërarchie van paus en bisschoppen met hun presbyteria, maar als een geloofsgemeenschap waarin het gaat om het volk Gods, waarin de hiërarchie een dienende functie heeft.

Wat betekent dit alles voor ons kerkzijn in onze plaatselijke geloofsgemeenschappen. Is ‘Rome’ een ver van ons bed show die we laten voor wat het is? Wij kiezen niet voor een geloof, dat ons geweten vastlegt aan de klem van de ortho­doxie. Wij kiezen wel voor een geloof van de blijdschap om als pelgrims samen zingend op weg te gaan naar de stad van de vrijheid, de gelijkheid en de gerechtigheid waar de liefde de duurzame energie is die ons aan de gang houdt. Hoe gaan we verder? De tragische fouten van ‘Rome’ met haar poging tot verzoening met de Priesterbroederschap Pius X waren in zoverre een zegen voor de Kerk dat zij een storm van protest uit alle hoeken en lagen van de Kerk heeft teweeggebracht, een storm die duidelijk signalen heeft opgeleverd dat het nu echt tijd wordt dat de leiding van de Kerk de echte bedoelingen van Vaticanum II gaat waarmaken. (wordt vervolgd)

 

1) De Tridentijnse mis is – in onze hedendaagse termi­nologie – de eucharistieviering volgens de riten, vastge­steld op het Concilie van Trente (Tridentinum) (1545-1563). Deze mis werd gevierd totdat op Vaticanum II werd besloten de liturgie grondig te hervormen en als uitvoering daarvan de Tridentijnse mis werd vervangen door een nieuwe orde van dienst, vastgelegd in het Missaal van Paulus VI uit 1969. De voornaamste punten daarin waren dat de priester niet meer met de rug naar de gelovigen voor het altaar stond, maar omgekeerd achter het altaar en dat als liturgische taal de eigen volkstaal mocht worden gebruikt. Het gebruik van het Latijn is dus niet afgeschaft. Als een eucharistieviering uit Rome op TV wordt uitgezonden, waarin de Paus voorgaat, gebeurt dat grotendeels in het Latijn.

Naschrift

Na het afsluiten van mijn artikel las ik op www.rk-kerkplein.org  het artikel van Dr.Wolf­gang Seibel SJ: “Tweede Vaticaans Concilie en verdere ontwikkeling”. Ik zou u willen  aanbe­velen dit artikel vooral te lezen. U kunt het een­voudig vinden op onze website www.rkkerk bennekom.nl via Nieuwsbrief rk-kerkplein.org.

Seibel vat de voornaamste gebeurtenissen van het concilie samen in de trefwoorden: vernieu­wing, dialoog en volk Gods.

Vernieuwing: Paus Johannes XXIII kondigde in 1959 het concilie aan om de kerk zodanig ‘bij de tijd te brengen’ dat de boodschap van het evangelie ook voor de mensen van onze tijd ver­staan zou kunnen worden. Dat moest niet een eenmalige vernieuwing zijn die dan weer in wetten en decreten voor lange jaren zou worden vastgelegd, maar een vernieuwing als proces. Open staan naar de wereld om ons heen, waar­van wij deel uitmaken.

Dialoog: Dialoog hoort als zodanig al tot een concilie. Dialoog is luisteren naar elkaar, naar de ander. In dialoog met de moderniteit komt het concilie tot de verklaring van de gods­dienstvrijheid. Godsdienstvrijheid volgt uit de waardigheid van de persoon, is een recht van de persoon. Het voert tot een fundamenteel nieuwe kijk op de niet-christelijke godsdiensten. Het verwerpt heel beslist elke vorm van antisemitis­me. Ook in de niet-christelijke godsdiensten zijn waarheid en heiligheid aanwezig.

Volk van God: Het concilie ziet de kerk niet meer als hiërarchisch georganiseerd machtsblok, maar als een volk van god, als een gemeenschap waarin allen op de eerste plaats gelijk zijn in hun waardigheid als christen en waarin ambten als een dienst binnen deze gelijkwaardigheid begrepen moeten worden.

Deze onderwerpen werkt Seibel verder uit en belicht het grote belang er van. Hij bespreekt ook de vragen die bleven liggen, de tekort­komingen en de situatie van nu, waarin Rome weer zijn oude gang gaat en het ongenoegen in de kerk weerkeert. Besluiten van het concilie zijn gewoon door daaraan tegengestelde voor­schriften en decreten vervangen. Hij eindigt zijn verhaal met: “Rome is het einde van het nieuwe lied; aan de basis is altijd weer een nieuw begin mogelijk. Daar ligt de weg naar verdere ont­wikkeling en vernieuwing van de kerk in de zin van Vaticanum II open, als men de moed maar heeft in die zin beslist verder te gaan. Hier leeft de kerk en wordt toekomst gemaakt”.

Ik voel me gesterkt. U ook hoop ik.

By | 2017-05-04T17:05:32+00:00 maart 1st, 2009|nieuwsblad|0 Comments

Leave A Comment