De zelfstandige geloofsgemeenschap

//De zelfstandige geloofsgemeenschap

De zelfstandige geloofsgemeenschap

Notitie naar aanleiding van de Nota “Op weg naar zelfstandige geloofsgemeenschappen”, van het werkverband voor de rechtscultuur in de kerken.  Zie HIER 

Deze notitie is een beschouwing vanuit de optiek van de voormalige parochie “Maria Virgo Regina” in Bennekom. Wellicht dat deze ook van betekenis kan zijn voor andere  ‘verweesde’ geloofsgemeenschappen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden.’Verweesd’ noem ik de geloofsgemeenschappen  die door de hierna bedoelde fusie van parochies onzelfstandige onderdelen van een grote anonieme regioparochie zijn geworden. In het bijzonder ga ik na of en in hoeverre het kerkelijk recht ruimte biedt die zelfstandigheid, althans enigermate, te herkrijgen. Mijn onderhavige notitie doet niets af van de Nota van het werkverband, doch beoogt slechts een aanvulling te geven  voor een situatie die niet de eerste focus van de Nota was.


Ik schrijf dit artikel geheel op persoonlijke titel.

Bij het artikel zijn Noten toegevoegd. klik op het + teken om hier de inhoud van te lezen.

  1. Een reorganisatie

In het Aartsbisdom Utrecht –  en op overeenkomstige wijze in de andere bisdommen in Nederland – werd de kerkelijke organisatie aangepast aan het aantal beschikbare priesters. In het Aartsbisdom werd het aantal van 350 parochies door samenvoegingen teruggebracht tot 49 grote parochies; een getal ontleend aan de verwachting dat ook op langere termijn niet meer dan een vijftigtal priesters beschikbaar zal zijn. Aldus kan elke parochie in het aartsbisdom, in overeenstemming met het bepaalde in canon 515 § 1 van het Kerkelijk Wetboek, aan de herderlijke zorg van een pastoor worden toevertrouwd.

  1. De parochie canoniekrechtelijkNoot 1) gezien.

De parochie is een bepaalde gemeenschap van christengelovigen, opgericht door de bisschop en onder diens gezag toevertrouwd aan de herderlijke zorg van  een pastoor.Noot 2) 
De parochie is een ‘publieke rechtspersoon’ Noot 3) :

– Publiek: want opgericht door de kerkelijke overheid, de bisschop;

– Rechtspersoon: de parochie kan deelnemen aan het rechtsverkeer om haar taak te kunnen vervullen. Zij kan bijvoorbeeld, eigendom verwerven, arbeidsovereenkomsten aangaan, enzovoort. Noot 4) 

Het publieke karakter van de parochie dat haar, zowel bestuurlijk als pastoraal, aan het gezag van de kerkelijke overheid, de bisschop, onderwerpt, is tegenstrijdig aan haar wezen van gemeenschap van mensen.Noot 5)  Noot 6)  Een gemeenschap is in filosofische zin in wezen autonoom  Noot 6a) . Dit betekent op de eerste plaats dat zij zelf in haar leiding voorziet. Het is juist dit element van de moderne menselijke samenleving dat in de hiërarchieke structuur van het kerkelijke instituut ontbreekt. Dat de pastoor de voorzitter van het parochiebestuur is en de leden worden benoemd en ontslagen door de bisschop toont al aan dat het bestuur van de parochie niet simpelweg namens de parochiële gemeenschap plaats vindt, maar namens de bisschop. Ook op dit punt kunnen we spreken van een manco in de kerkelijke wetgeving.Noot 7)

  1. De parochie ‘Bennekom’ in de praktijk

Bennekom is een betrekkelijk jonge parochie. Na de oorlog is uit enkele tientallen gelovigen, die voor de  zondagse viering in een café bij elkaar kwamen, een geloofsgemeenschap gegroeid van ca. 1250 leden op ca 500 zelfstandige adressen,  met, sedert 1957, een eigen kerkgebouw.

Zelfwerkzaamheid was altijd het kenmerk van de parochie. Als met een vooruitziende blik hebben de successievelijke pastoors van Bennekom die zelfwerkzaamheid steeds gestimuleerd. Daardoor hebben wij geleerd in deze tijd van priestertekort onze eigen religieuze diensten te vieren.Noot 8)

Het priestertekort is dus eigenlijk een zegen. Het heeft het  gevoel voor de eigen verantwoordelijkheid en de zelfwerkzaamheid van de gewone gelovigen nog versterkt. Als resultaat daarvan is de parochie – thans de lokale geloofsgemeenschap – gezegend met een pastoraatsgroep, diverse werkgroepen, veel vrijwilligers op allerlei terrein en last but not least eigen toegeruste parochianen die voorgaan in woord- en communievieringen, gebedsdiensten en uitvaartdiensten.

 

Door de fusie van tien parochies tot een grote regioparochie is ‘Bennekom’ als het ware gedegradeerd tot een onzelfstandig onderdeel van een grote regioparochie, waarin het gevoel lid te zijn van een religieuze gemeenschap dreigt verloren te gaan.

Dat de fusie, waartegen veel verzet bestond, aanvaardbaar gemaakt werd met de oneliner “in de praktijk zal er niets veranderen”, is inmiddels wel volledig gelogenstraft door de bisschoppelijke pastoraal- liturgische beleidsnota.  Deze heeft tot gevolg dat een van de tien kerken in de regioparochie tot zogenaamd eucharistisch centrum wordt gemaakt, waarin de zondagse eucharistieviering wordt gegarandeerd en strenge restricties worden uitgevaardigd voor de lokale ‘goede week’ vieringen. Eerder dan dat men naar een naburige kerk gaat, zal dit beleid er toe leiden dat men helemaal niet meer naar de kerk gaat.

In plaats daarvan zou alle nadruk gelegd moeten blijven op het vitaliseren van de lokale gemeenschappen. Dit wordt ook nagestreefd door het parochiebestuur, dat als hoofdlijn van zijn beleid heeft het bevorderen van vitale en zelfredzame lokale geloofsgemeenschappen, die financieel zo veel mogelijk in staat zijn hun eigen zaken te regelen – in dagelijkse taal, “in staat zijn hun eigen broek op te houden”.  Het bisdom zou wat dit betreft niet op de stoel van het parochiebestuur moeten gaan zitten en aan het parochiebestuur meer de vrije hand laten.

 

  1. De zelfstandige geloofsgemeenschap

Waar de kerk of het bisdom meer een gemeenschap van gemeenschappen is, is de lokale gemeenschap de meest nabije plaatselijke kerk. Waar mensen het reilen en zeilen met elkaar delen, waar zij elkaar kennen, daar voelen zij zich het meest elkaar nabij en het meest met elkaar verbonden. Het is in deze gemeenschap dat wij ons het meest kerk voelen. Het is vervreemdend dat nu juist deze lokale gemeenschap, sedert de fusie van parochies, geen eigen, door het canonieke recht erkende, plaats in de kerk meer heeft. Vervreemdend in tweeërlei opzicht, voor wat de onderlinge verbondenheid betreft en voor wat de verbondenheid betreft met de mondiale kerk.

Zoals de kerk een organisch geheel is van gemeenschappen, zo is iedere lokale gemeenschap een organisch geheel van mensen. Zoals de kerk, als een bestaansvoorwaarde, zijn instellingen en constituties kent, zo ook zou onze feitelijk bestaande gemeenschap meer samenhang en versterking gegeven kunnen worden in een formeel statuut. Met een voorkeur voor de vereniging, om meerdere redenen, maar vooral omdat de structuur en de kenmerken van een vereniging al als van nature in de lokale geloofsgemeenschap gegeven zijn. De gemeenschap heeft leden, gericht op een doel, en kent haar eigen ‘leiders’.

Hebben we eenmaal vastgesteld dat er op lokaal niveau behoefte bestaat een vereniging op te richten ter formalisering van de lokale gemeenschap, dan rijst vervolgens de vraag hoe we deze vereniging zouden moeten inkleden en positioneren binnen zowel het canonieke als het Nederlands recht.

 

  1. De privaatrechtelijke vereniging als katholieke burgerlijke rechtspersoon
    Naast de publieke kerkelijke rechtspersoon, zoals de parochie, kent het kerkelijk recht ook de private kerkelijke rechtspersoon. Noot 9)

Private kerkelijke rechtspersonen ontlenen hun kerkelijke rechtspersoonlijkheid weliswaar aan een decreet van het kerkelijk gezag, maar ontstaan op initiatief van de gelovigen. Dit impliceert voor bedoelde rechtspersoon een vergaande controle en bemoeienis door de kerkelijke overheid, de bisschop. Een dergelijke private kerkelijke rechtspersoon wordt aangemerkt als een zelfstandig onderdeel van het R.-K Kerkgenootschap en heeft daardoor op grond van artikel 2, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ook naar Nederlands recht rechtspersoonlijkheid.Noot 9a)

De eigen wetgeving van de R.-K. Kerkprovincie in Nederland erkent in de “Algemene bepalingen voor kerkelijke rechtspersonen en katholieke burgerlijke rechtspersonen” (http://www.rorate.com/kerkrecht/kr_print.php?t=ro_kerkrecht&id=38) naast de private kerkelijke rechtspersoon ook de ‘katholieke burgerlijke rechtspersoon’ (Zie de Algemene bepalingen, in het bijzonder artikel 2,sub e, artikel 3 en de artikelen 28 en volgende). Deze wordt omschreven als “een stichting, vereniging of andere rechtspersoon naar Nederlands burgerlijk recht, welke voldoet aan deze Algemene Bepalingen en op grond daarvan de naam “katholiek” mag voeren”. Het is een rechtspersoon naar Nederlands recht, niet zijnde een zelfstandig onderdeel van het R.-K. Kerkgenootschap. De civielrechtelijk rechtspersoonlijkheid wordt derhalve niet ontleend aan artikel 2, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, maar aan artikel 3 Noot 10) .

Het predicaat “katholiek” is – in elk geval naar het canonieke recht Noot 11) –  evenwel afhankelijk gesteld van bisschoppelijke goedkeuring. Deze goedkeuring blijft beperkt tot die statutaire artikelen die de katholieke grondslag en de relatie tot het bevoegd kerkelijk gezag omschrijven. Noot 12) Wanneer men deze goedkeuring vraagt, onderwerpt de burgerlijke vereniging zich vrijwillig aan de uit voornoemde Algemene Bepalingen voortvloeiende invloed van het bevoegde kerkelijk gezag. Noot 13) De Algemene bepalingen impliceren echter dat over de voorwaarden van de goedkeuring overleg met de bisschop mogelijk moet zijn. Hier heeft de Kerk gelegenheid haar democratische gezicht te laten zien en de bisschop zijn democratische gezindheid. (fortiter in re, suaviter in modo).

Dit alles laat onverlet dat gelovigen zich in een positief kritische houding jegens de kerkelijke overheid opstellen en als vrije burgers van de Nederlandse staat die vereniging oprichten die zij om welke reden dan ook nodig vinden.

  1. Proeve van een doelomschrijving

De vereniging heeft ten doel:

  1. de spreekbuis te zijn van de katholieke gemeenschap in Bennekom, als geheel en/of van bepaalde groepen daaruit, zowel jegens de kerkelijke besturen en overheden als jegens de sociaal maatschappelijke samenleving;
  2. de voortzetting van de gemeenschap van christengelovigen, zoals die vóór het jaar 2010 was geconstitueerd in de katholieke parochie Maria Virgo Regina te Bennekom;
  3. het bevorderen van de instandhouding van de Maria Virgo Regina kerk te Bennekom;
  4. de samenwerking met en de ondersteuning van het bestuur van de parochie Zalige Titus Brandsma, in welke parochie de voormalige parochie Maria Virgo Regina te Bennekom per 1 januari 2010 door fusie is opgegaan, zo veel als mogelijk is en dienstbaar aan de eerder genoemde doeleinden.

De vereniging tracht haar doel te bereiken door het organiseren, doen organiseren en op enigerlei wijze geestelijk en materieel ondersteunen van bijeenkomsten van religieuze, educatieve en algemeen culturele aard.

De financiële middelen die de vereniging nodig heeft ter verwerkelijking van haar doel, verkrijgt de vereniging uit de contributie van haar leden, uit giften, legaten en erfstellingen, en overige gelden, welke door actieve fondsen werving worden verkregen.

By | 2017-05-19T14:44:22+00:00 juli 17th, 2011|dlg|0 Comments

Leave A Comment