Over “Het oerboek van de mens” of de Bijbel in evolutionair perspectief.
In het TV-programma ‘VPRO boeken’ van 20 maart 2016 hoorde ik over het boek. De presentator Wim Brands († 4-4-2016,57j) sprak met de evolutiebioloog Carel van Schaik, hoogleraar aan de universiteit van Zürich, die het boek schreef samen met de historicus en wetenschapsjournalist Kaj Michel. Het verhaal in de Bijbel, in Genesis over Adam en Eva, vertelde van Schaik eens aan Michel, kan je lezen als de overgang van de rondtrekkende jager-verzamelaar naar de gesettelde landbouwer. Dat vond Michel zo interessant dat ie vond dat ze daar eens op door moesten denken. En zo, als bij toeval dus, ontstond het boek. Ze lazen de hele Bijbel, het Oude en het Nieuwe Testament, wijdden er 200 gesprekssessies aan en deden er vijf jaar over om het boek te schrijven. Ik vond het zo boeiend, zo interessant wat van Schaik in het gesprek met Wim Brands vertelde dat ik het boek ben gaan lezen. Hoewel ik met het boek nog lang niet klaar ben, wil Ik er graag alvast iets over vertellen. Misschien gaan meer van ons het boek lezen en kunnen we een van onze ‘kerkleraren’ eens uitnodigen er een studieavond of een serie leerhuisavonden aan te wijden.
De landstreek waar de bijbel ontstond hoorde bij het gebied dat de ‘vruchtbare sikkel’ wordt genoemd. Sedert het einde van de ijstijden, zo’n 15.000 jaar geleden, waren veel streken in dit gebied een soort luilekkerland geworden. Kuddes antilopen en gazellen, paarden en wilde runderen bevolkten de uitgebreide graslanden. Mensen trokken er als jager-verzamelaars rond hun voedsel achterna en leefden, zoals we nu zeggen, in paradijselijke omstandigheden. Zo’n 10-12.000 jaar geleden is aan die paradijselijke omstandigheden een einde gekomen. Historici weten niet precies waarom, – trad er een klimaatverandering in, waren door overbejaging of anderszins te weinig dieren overgebleven of was het bij toeval of uit noodzaak dat de mensen gewassen begonnen te zaaien en hun eigen voedsel gingen verbouwen? – maar een feit is dat mensen, in plaats van rond te trekken, zich op vaste plaatsen gingen vestigen en de landbouw uitvonden.
De omschakeling van een nomadische samenleving van jagers-verzamelaars naar een samenleving van gesettelde landbouwers noemt het boek de grootste gedragsverandering die welke soort dan ook in zijn bestaan heeft ondergaan. Maar stelde de toenmalige mensen ook tegenover een enorm aantal problemen. In zodanige omvang dat de schrijvers in hun inleiding spreken van “De grootste fout in de geschiedenis van de mensheid” Er ontstond bezit, en een elite die rijk was en er kwamen groepen van mensen die weinig of niets bezaten. De mensen begonnen dieren te domesticeren waarmee ze nauw en vaak in de zelfde ruimten samenwoonden, waardoor ziekten van dieren op mensen gemakkelijk oversloegen. De positie van de vrouw veranderde. Was zij in de egalitaire samenleving van de jagers-verzamelaar waar geen macht of hiërarchie bestond, nog vrij autonoom en kon zij zich veroorloven met meerdere mannen seksuele relaties aan te gaan, of kon zij als haar man zich abusief gedroeg naar haar eigen clan terugkeren, in een elitaire, patriarchale en hiërarchische samenleving was zij aan haar man onderworpen en was zij koopwaar, waar een bruidsschat voor betaald moest worden. “Wij verbaasden ons,” schrijven ze in hun inleiding, “over de veelheid en veelsoortigheid aan rampspoed waarmee de bijbel zijn lezers aan het begin confronteert. God had de mens geschapen voor het paradijs, maar zijn schepsels moesten zich afbeulen buiten Eden. Het lot van de mensheid werd voortaan niet alleen bepaald door barenweeën, patriarchaat en gezwoeg in het zweet des aanschijns, maar ook door familieleed, moord en rampen. In het boek Genesis is het een en al chaos”.
In Genesis lezen we over de verjaging uit het paradijs om het stelen van een appel. KaÏn doodt zijn broer Abel. In een samenleving van jagers-verzamelaars heb je je broer juist hard nodig en is hij de enige die je absoluut kan vertrouwen. In een samenleving van landbouwers erft de oudste zoon alles om het bezit bij elkaar te houden. De anderen krijgen niets; dat schept ongelijkheid en afgunst.
Steden ontstaan waarin de ‘losers’ zich verzamelen, vooral alleenstaande mannen, die van heinde en ver komen. Dat leidt tot geweld en spraakverwarring. Of seksuele aberaties. God houdt niet van steden. Hij verjaagt er de mensen of hij vernietigt ze: De toren van Babel; Sodom en Gomorra.
De rampspoed die hun overkwam zagen onze voorouders als afkomstig van de goden, voornamelijk als straf. Met ‘try and error’ probeerden ze er achter te komen waarmee ze de goden en later de ene God tevreden konden stellen. In Genesis werd, als het ware, de diagnose gesteld. In het epos van de uittocht uit Egypte onder leiding van Mozes werd de therapie gegeven in de vorm van wetten en voorschriften.
De hele bijbel vorsen van Schaik en Michel door en verklaren ze in het perspectief van de culturele evolutie van de homo sapiens.
Aan het slot van hun gesprek vroeg Wim Brands aan Carel van Schaik wat hij het meest intrigerende Bijbelverhaal vond, ja het meest veelzeggende. “Dan moet ik naar het Nieuwe Testament,” antwoordt van Schaik, “daar is het verhaal van de overspelige vrouw. Ze willen haar stenigen, de farizeeën staan klaar. Met stenen. Jezus zit ernaast, hij zit met een stokje in het zand te spelen. Daarom is het zo’n mooi beeld. Hij doet net alsof hij er helemaal niks mee te maken heeft. En dan komt iemand die zegt van: “maar jij bent toch ook profeet? Wat vind jij daar nou van”. “Nou”, zegt Jezus, “wie vrij is van de zonden werpe de eerste steen”. Dan druipen ze allemaal af. En hij zegt tegen die vrouw: “ga heen en zondig niet meer”.“In het Oude Testament gaat het over straffen. En in het NieuweTestament gaat het over verzoening. Dat vond ik een mooi beeld.”
En het paradijs? Een vage herinnering uit voorhistorische tijden of het land van belofte?
In een volgend artikel hoop ik nader in te gaan op de verrassende zienswijze van de schrijvers en hun conclusie.
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.