Toen ik mij onlangs op Twitter aanmeldde als volger van ‘Papa Franciscus’ ontving ik prompt een tweet terug:“Tuus adventus in paginam publicam Papae Francisci breviloquentis optatissimus est.” Geen moeilijk Latijn. Met wat mij nog rest van het Latijn, dat ik in de veertigerjaren van de vorige eeuw op het gymnasium leerde, kan ik dit zonder moeite vertalen. Ik denk dat iedereen met een beetje taalgevoel en een dito kennis van vreemde, vooral romaanse talen, al is het maar wat hij/zij op buitenlandse vakantiereizen heeft opgepikt, dat wel kan verstaan.
Dat ik de tweet van de paus zonder moeite kan verstaan geldt voor deze, maar bepaald niet voor elke Latijnse tweet van de paus. Letterlijk vertaald luidt de tweet: Je komst op de publieke pagina van de beknopt sprekende Paus Franciscus is zeer welkom. Maar in gangbaar Nederlands zou je, vanuit de context waarin de tekst geschreven en gelezen wordt, natuurlijk zeggen zoiets als: Van harte welkom op de twitterpagina van Paus Franciscus. Het Latijn kent het woord twitter niet. Een levende taal maakt er gewoon nieuwe woorden bij. Is de Latijnse taal dan een dode taal? Daarover zijn de meningen verdeeld.
Op de officiële site van het Vaticaan vond ik nog de Italiaanse versie van de tweet: Benvenuti alla pagina Twitter ufficiale di Sua Santità Papa Francesco. Of. ‘Welkom op de Twitterpagina van Zijne Heiligheid de Paus’.
De tweet van de paus van 6 januari, Driekoningen,. was ook niet al te moeilijk: Sicut Magi, etiam nos attenti, infatigabiles et fortes ambulemus ut invisibilem Deum inveniamus qui nobis est natus.
‘Laten ook wij, als de Magiers uit het Oosten, aandachtig, onvermoeibaar en stevig door wandelen om de onzichtbare God, te vinden, die ons geboren is.’
Het Latijn heeft geen moedertaal sprekers meer. Als bisschoppen in het Vaticaan nog Latijn met elkaar zouden (kunnen) spreken, is het maar de vraag of ze elkaar door het verschil in uitspraak zouden verstaan. In de roman “Conclaaf” van de Engelse schrijver Robert Harris las ik dat op een conclaaf de bisschoppen, om met elkaar te communiceren, worden verdeeld in taalgroepen. De bisschoppen zijn doorgaans wel zoveel polyglot dat iedereen zich wel bij een taalgroep, waarin hij zich thuis voelt, kan aansluiten. In plenaire zittingen van het conclaaf uitgesproken teksten worden in vertaling aan de deelnemers uitgereikt.
Het Latijn geldt voornamelijk nog als de voertaal van de Kerk als zij haar boodschap over de hele wereld uitdraagt. Latijn is dan dienstbaar aan de bevordering van de eenheid en de verbondenheid van alle gelovigen over de hele wereld. Zoals ik eens heb ervaren toen ik op het Sint Pietersplein samen met honderdduizenden medegelovigen het Credo zong.
In een plaatselijke kerk heeft het Latijn haar functie verloren. Zoals bij voorbeeld blijkt uit de gewijzigde tekst van het Onze Vader: een nieuwe vertaling van het Pater Noster, dat zelf onveranderd blijft. Niet het Pater Noster, maar het nieuwe Onze Vader is dienstbaar aan de eenheid van de plaatselijke kerken binnen het Nederlandse taalgebied, Nederland en Vlaanderen.
Het is ruim vijftig jaar geleden dat het Tweede Vaticaans Concilie(1962-1965) de volkstaal in de liturgie invoerde. Paus Johannes XXIII beoogde met het door hem geëntameerde Concilie een ‘aggiornamento’ van de Kerk tot stand te brengen: de Kerk bij de tijd brengen en beter verstaanbaar maken in de wereld. Of, om het anders te zeggen, de kerk van de Clerus ombouwen tot een Kerk van het Volk Gods,. (Nog onvoltooid).
In de praktijk werd de invoering van de volkstaal al snel ervaren als de afschaffing van het Latijn. – wat formeel gesproken niet het geval is. Het was alsof het kerkvolk. Godsvolk, er op zat te wachten. Feitelijk was dat ook zo. Dit proces van omschakeling van Latijnse naar Nederlandse liturgie heeft zich tot in onze dagen zodanig voortgezet dat we nu kunnen beschikken over een schat aan Nederlandse liturgische teksten op nieuw gecomponeerde muziek en dat we onder meer van de Gregoriaanse zang spreken als van een cultureel erfgoed van de Rooms Katholieke Kerk. Als er een erfgoed is, is er ook een erflater: de Kerk van vóór het Concilie!
Het verleden dat men gekend heeft, wordt vaak geïdealiseerd. De Gregoriaanse mis kan zeker bij de ouderen, om niet te zeggen de bejaarden onder ons, hartverwarmende nostalgische gevoelens opwekken. Maar zo hartverwarmend was vroeger in de dagelijkse, doorgaans zondagse praktijk de uitvoering van de Gregoriaanse zang over het algemeen niet. Als kind ben ik als het ware in Gregoriaanse klanken opgegroeid met een vader die overal waarheen zijn ambtelijke carrière hem voerde, dirigent van het parochiële zangkoor werd en een broer die kerkmuziek en orgel studeerde. Voor de moeilijkheden van de zogenaamde wisselende gezangen van de Gregoriaanse mis vluchtten de koorzangers vaak weg door ze eenvoudigweg te reciteren. Zij gaven, naar mijn herinnering, de voorkeur aan zogenoemde muziekmissen van Nederlandse of buitenlandse componisten. Lorenzo Perosi was populair. Ik herinner me ook namen als van Orlando di Lasso of Giovanni da Palestrina, componisten uit de renaissance. Polyphone muziek, geen gemakkelijke muziek, zoals ook ons eigen gemengde koor nog kon ervaren in de jongste kerstnachtviering met de overigens goede uitvoering van het ‘Oh Magnum Mysterium’ van Tomás Luis de Victoria, evenals eerder genoemden een componist uit de zestiende eeuw.
Als erfgoed van de Rooms Katholieke Kerk – en niet alleen van haar – behoudt het Gregoriaans zijn waarde en heeft het zijn liefhebbers. Maar in de praktijk is het Gregoriaans uit onze mis- of eucharistievieringen nagenoeg verdwenen. Van het terugvoeren in de praktijk, zoals te onzent enkele malen per jaar gebeurt door de ‘Scola Gregoriana’, ben ik geen voorstander. Het is niet vernieuwend, niet missionair en trekt geen jongeren. Het is eerder traditionalistisch, een terug naar het verleden. Over de schoonheid van het Gregoriaans als kunstvorm wil ik niet discussiëren. Maar dan zie ik eerder een theater-vertoning als de Herman Finkersiane uitvoering van de ”Missa in Mysterium”, zoals onlangs in de St, Plechelmuskerk in Oldenzaal.
Mij is het Latijn een nostalgisch genoegen!
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.