De Nederlandse Paus Adrianus van Utrecht 1459-1523

//De Nederlandse Paus Adrianus van Utrecht 1459-1523

De Nederlandse Paus Adrianus van Utrecht 1459-1523

Een biografie geschreven door Twan Geurts, uitgeverij Balans, 2017, 300 blz..

Een leesverslag

Inleiding
Niet veel Nederlanders zullen, denk ik, bekend zijn met het feit dat ooit een Nederlander als paus Adrianus VI de zetel van Petrus in Rome heeft bezet. Hoewel, Nederlander, in Duitsland geldt paus Adrianus als de zevende Duitse paus. Benedictus XVI, die als emeritus-paus nog in het Vaticaan woont, is dan de achtste. Ten tijde van Adrianus bestond Nederland nog niet als natie. De gebieden die later de Nederlandse Republiek zouden gaan vormen, waren een onderdeel van het Rooms Duitse Rijk.

De biografie maakt een einde aan alle onbekendheid van Adriaan, die als zoon van de scheepstimmerman Floris Boeyens en diens echtgenote Gertrud, werd geboren te Utrecht op 2 maart 1459, tot paus gekozen werd op 9 januari 1522 en gestorven is in Rome op 14 september 1523. Zijn pausschap duurde 613 dagen.

De dood van een renaissancepaus
Kort voor middernacht 1 december 1521 overlijdt paus Leo X – Giovanni de Medici – vrij onverwacht. Op 27 december komen 39 kardinalen – 37 Italianen, een Spanjaard en een Zwitser – in de Sixtijnse kapel bijeen en begint het conclaaf. De andere buitenlandse kardinalen zijn niet in Rome aanwezig. Ook de enige Nederlander, Adrianus van Utrecht, is er niet bij. Namens Karel V is hij gouverneur van Spanje en kan om redenen van staatszaken Spanje niet verlaten. In totaal zitten er bij de aanvang van het conclaaf tweehonderd personen opgesloten in de Sixtijnse kapel. Buiten houden vijfhonderd Zwitserse Gardisten de wacht voor het Apostolisch Paleis. Binnen staan de Franse en de Duitse fracties in het kardinalencollege elkaar naar het leven. Ter beveiliging van het conclaaf zijn er daarom 1500 soldaten extra aangeworven.

Adrianus’ verkiezing
Buiten Rome is de verwarring zeker zo groot. Alle vorsten in Europa beseffen hoeveel er op het spel staat bij de keuze van de nieuwe paus. Veel meer dan een richtingenstrijd over de religieuze koers van de Kerk is deze verkiezing een krachtmeting tussen de rivaliserende machten. Van die machten maakt de paus als hoofd van de kerkelijke staat zelf deel uit. De toenmalige kerkelijke staat besloeg het middelste een/derde deel van Italië, met aan zijn zuidelijke grens het koninkrijk Napels en aan zijn noordelijke de stadstaten Milaan en Venetië. Alle vorsten probeerden hun invloed aan te wenden om een paus naar hun keuze op de troon te krijgen. De Franse koning Frans 1 bleek er veel geld voor over te hebben en dreigde zelfs de pauszetel weer naar Avignon [i]) te halen. Een schisma dreigde.

De strijd om het pausschap ging voornamelijk tussen kardinaal Giulio de Medici, een neef van de overleden Leo X, en de Engelse kardinaal Wolsey, die financieel gesteund werd door de Engelse koning Hendrik VIII. Wolsey kreeg weinig stemmen. Giulio de Medici trok zich min of meer terug. Pas op 9 januari  1522, bij de elfde stemronde, viel de beslissing. Nadat kardinaal Thomas Cajetanus een redevoering ten gunste van Kardinaal Adrianus, bisschop van Tortosa  had afgestoken, kreeg die plotseling brede steun. Zoals gezegd was Adrianus zelf daarbij niet aanwezig.

Verbijstering in Rome
De keuze van een ‘barbaar’ uit het Noorden die in Spanje woont, slaat de Romeinen met verbijstering. Hoe konden de kardinalen dat nou laten gebeuren? Misschien blijft hij wel in Spanje wonen of komt hij in gezelschap van keizer Karel naar Rome? Niemand is blij, iedereen jammert!

De ‘Kerk’ zelf is er beroerd aan toe. De extravagante spilzucht van de laatste paus en zijn deelname aan de grote strijd tussen de Franse koning en de Duitse keizer hebben de internationale verhoudingen op scherp gezet en de schatkist van de Heilige stoel volledig uitgeput. Alleen een volstrekt neutrale paus kon een financieel bankroet van de Kerk voorkomen. Maar kon dat wel worden verwacht van een man wiens verbondenheid met de keizer als zo nauw werd gezien dat men net zo goed kon zeggen dat de keizer nu paus is en de paus keizer.

Omdat God het wil
Zuchtend aanvaardde Adrianus  dit goddelijke lot, een onwaarschijnlijke levensloop van iemand van zijn afkomst. Na acht maanden eenmaal in het Vaticaan aangekomen wachtte hem een bijna bovenmenselijke opdracht. Rome balanceerde financieel en moreel op de rand van de afgrond. Adrianus verontschuldigde zich voor de misstanden in zijn kerk, maar kon Luther, die in 1517 zijn stellingen tegen de misstanden in de Kerk op de kerkdeur van Wittenberg had gespijkerd, niet overtuigen om binnen de kerk te blijven. Evenmin wist hij de christelijke staten te verenigen in een kruistocht tegen de Turkse sultan Süleyman.

Met zijn hervormingsplannen en karige levensstijl maakte paus Adrianus VI zich niet geliefd in het Rome van de renaissance. Na een pontificaat van amper zeshonderd dagen overleed hij, op 14 september 1523, moegestreden en onder verdachte omstandigheden. Zijn Franse kok zou vergif door zijn eten hebben gemengd. Daarvan zijn nimmer bewijzen gevonden. Pas na zijn dood kreeg hij erkenning als wegbereider van de katholieke contrareformatie.”

Adrianus van Utrecht
Adrianus ontving zijn eerste onderwijs aan een van de negen Latijnse scholen in Utrecht en aan de Latijnse school in Zwolle, beide onder leiding van ‘Broeders van het Gemene Leven’ en kwam aldus in contact met ‘De Moderne Devotie’, een beweging die einde 14e eeuw onder leiding van Geert Groote in Deventer was ontstaan. De beweging van De Moderne Devotie streefde naar een geestelijk reveil tegen de verloedering van het leven van de clerus en de verruwing van de volkse zeden.

Als zeventienjarige ging Adrianus naar de Universiteit van Leuven en studeerde er aan de faculteit van de Kunsten (filosofie, dialectica en ethiek). In 1478 studeerde hij af in de filosofie en studeerde verder in de theologie. Hij werd priester, hoogleraar en rector van de universiteit. Erasmus was een van zijn leerlingen en raakte met hem bevriend. In Leuven woonde hij in een huis aan de Meiersstraat, dat hij naliet aan arme studenten en dat nog altijd bestaat als ‘Pausccollege’.

In 1507 benoemde keizer Maximiliaan I hem tot opvoeder van zijn kleinzoon Karel, de latere Karel V. In 1516 werd Adrianus tot bisschop van Tortosa (N-Spanje) gewijd en in 1517 verheven tot kardinaal. De band die tussen Adrianus en Karel V was ontstaan, heeft er toe geleid dat Adrianus Karels stadhouder in Spanje werd.

Slot
Met dit leesverslag heb ik u, naar ik hoop, nieuwsgierig kunnen maken dit boeiende boek “De Nederlandse paus” van Twan Geurts ook te gaan lezen. Een aansporing om het boek te gaan lezen vindt u zeker ook in het artikel dat Antoine Bodar op 7 maart 2009 bij de herdenking van Adriaans vijfhonderdste geboortedag schreef in dagblad Trouw: “Vreemdeling in liederlijk Rome”. (https://www.trouw.nl/home/vreemdeling-in-liederlijk-rome~aa662d64/)

Timo Harmsen, Bennekom, 11 januari 2018

[i] ) In de veertiende eeuw verbleven achtereenvolgens zeven pausen in Avignon.

By | 2018-01-16T21:55:45+00:00 januari 15th, 2018|nieuwsblad|0 Comments

Leave A Comment